Één van de meest gebruikte instrumenten in de tandheelkunde is de turbine. Turbine tandheelkunde
worden gebruikt om carieus materiaal te verwijderen, tanden vorm te geven, om ze voor te bereiden op kronen en gaatjes, of om resterend composietmateriaal te verwijderen.

Preventief onderhoud heeft als doel een toestel ‘in conditie’ te houden en een aantal mogelijke defecten te voorkomen. De kosten voor tandartsen die preventief onderhoud laten uitvoeren, zullen op lange termijn veel lager liggen. Lees hier 6 stappen om uw roterend instrumentarium te onderhouden.

1) VOORBEREIDINGStap
Zorg ervoor dat u geschikte beschermende kledij en handschoenen draagt.
Verwijder de turbine van de koppeling (of van de micromotor in het geval van een hand- of hoekstuk) en verwijder de boor of instrument met een geschikte tang.
Verwijder organisch materiaal met een papieren doekje.

2) MANUELE REINIGING
Reinig de buitenzijde van het instrument onder koud stromend water.

Wij raden aan een geschikte borstel te gebruiken.
Het water mag niet warmer zijn dan 38° en moet tenminste van drinkwaterkwaliteit zijn. Reinig nooit in een ultrasoon bad!
Automatische reiniging in een DAC heeft de voorkeur op manuele reiniging. Indien u beschikt over een thermodesinfector, dan verwijzen wij u graag door naar de specifieke richtlijnen.

3) DESINFECTERENStap
Reinig het instrument met een desinfecterend doekje. Dompel het instrument niet onder in een desinfecterende vloeistof.

4) SMEREN
Schud de bus met smeerolie goed.
Sluit het juiste koppelstuk aan op het neusstukje van de bus.
Breng het neusstukje in de basis van het instrument in, terwijl u de bus rechtop houdt.
Spray gedurende 1 à 2 seconden in een doekje (of tot de overtollige olie die in het doekje terechtkomt opnieuw proper is).
Veeg overtollige olie weg met een droog doekje. Om de goede werking van de boorkop te garanderen, dient de spantang regelmatig geolied te worden door de olie rechtstreeks in de kop te spuiten.

5) STERILISEREN
Leg de instrumenten in de autoclaaf.
Gebruik geen sterilisatiezakjes, tenzij u een vacuüm-autoclaaf gebruikt.
Selecteer de juiste cyclus. Gebruik geen droogcyclus in een non-vacuüm-autoclaaf.
Opgelet! Overschrijd de 140° C niet, zelfs gedurende de droogfase.
Steriliseer geen snelkoppelingen.

6) OPSLAGStap
Haal, van zodra de sterilisatiecyclus ten einde is, de Tandheelkundige apparatuur uit de autoclaaf en bewaar ze in een stofvrij steriel zakje.